Aanschaf van snowboards
De keuze van een snowboard hangt grotendeels af van je niveau en of je het liefst op de piste, off-piste of in het park te vinden bent. Andere belangrijke factoren zijn de grootte van je voeten, je gewicht en je lengte.
Welke lengte en breedte moet je kiezen voor jouw board?
- De lengte hangt af van het terrein waarop je voornamelijk wilt rijden en ook van je lichaamslengte. Als vuistregel hanteren we dat een snowboard gemiddeld gezien ergens tussen je schouder en het midden van je gezicht moet zitten. Langere boards zijn vaak alleen aan te raden voor off-piste of backcountry, kortere boards zijn dan weer beter geschikt voor freestyle. Een gemiddelde lengte is dan ook een board geschikt voor vele verschillende omstandigheden en all mountain.
Voor beginners en kinderen is het vaak raadzaam om een wat korter board te kiezen, deze zijn namelijk makkelijker te manoeuvreren en geven vanaf het begin een leukere ervaring op je board. - De breedte wordt vrijwel alleen onderscheiden in standaard en wide. De wide boards zijn aangeraden voor schoenmaat 44 en groter. Een uitzondering op deze vuistregel zijn junior wide boards.
De drie soorten snowboards
- Twintip snowboards zijn geschikt voor in het park, maar deze zijn ook leuk om tricks mee te doen op de piste. De nose en tail van het board zijn 100% identiek qua vorm en de bindingen zijn in het midden geplaatst. Hierdoor is het eenvoudig om beiden kanten op te rijden en te landen na tricks.
- All mountain snowboards zijn de meest veelzijdige boards. Het design is vaak te vergelijken met een twintip, maar de bindingen, de flex en het balanspunt zijn naar achteren geplaatst. Voor de meeste mensen is dit een goede aankoop, aangezien het geschikt is voor op de piste, off-piste en in het park.
- Backcountry: Dit type board is gemaakt om off-piste de diepe sneeuw in te gaan. De vorm van een backcountry board is vergelijkbaar met een surfboard, het grote glij-oppervlak zorgt dat je makkelijk blijft "drijven" op de diepe sneeuw.
Snowboard designs
Vorm:
- Directional: Deze boards zijn gemaakt om één richting uit te gaan en worden zowel op als buiten de piste gebruikt. Deze vorm heeft vaak een wat hogere stijfheid bij de staart van het board, dit geeft meer stabiliteit op hoge snelheden.
- Twin: De neus en staart zijn identiek bij deze boards, hierdoor zijn ze goed voor gebruik in het park en het doen van tricks. Een twin kan dus beide kanten op gebruikt worden zonder problemen.
- Directional twin: Dit is een mix van beide vormen, vaak wordt deze gebruikt voor all mountain en freestyle snowboards.
BASELINE DESIGN
Er zijn verschillende baselines (onderkant van het board) dit kan een camber, rocker of flat ontwerp zijn. Deze designs worden vaak gecombineerd, afhankelijk van de rijstijl waarvoor het board is ontworpen (freestyle, carving, poedersneeuw, etc...)
- Rocker: Een board heeft een rocker profiel wanneer de nose of tail naar boven gebogen zijn. Dit maakt het ideaal voor poedersneeuw en snelle bochten. Dit profiel voorkomt weerstand op de nose en tail en is dus ideaal voor in het park en het doen van tricks.
- Camber: Een board heeft een camber profiel wanneer de nose en tail de sneeuw in gedrukt worden. Dit vergroot het contact met de sneeuw en geeft dus betere grip op de kanten.
- Flat: Een board heeft een flat profiel wanneer er 100% contact is met de sneeuw, dit leidt tot meer stabiliteit dan een traditionele rocker en vereenvoudigt het maken van bochten.